De huisvesting van een hond

Bij het huisvesten van een hond zijn veel specifieke keuzes en beslissingen nodig zoals: wat voor ras past het beste ons.

3 verschillende hondenrassen voor verschillende huisvestingen.

Hier gaan we het hebben over 3 verschillende ras honden die bij verschillende huisvestingen past.

Appartement / kleine woning 

Huisvesting van de Franse Bulldog:

Woning: Franse Bulldogs wonen het liefst in een appartement of rijtjeshuis woning, ze hebben geen grote tuin nodig want korte wandelingen in de buurt is voldoende. 

Binnen omgeving:  Franse Bulldogs houden van gezelligheid en zijn het allerliefst dicht bij hun baasjes. Daarnaast houden ze van een comfortabele mand/kussen op een rustige plek. Het enige waar je wel rekening mee moet houden bij een Franse Bulldog is dat ze slecht over hitte kunnen door hun korte snuit. ventilatie en koelte is dus essentieel. 

Buiten omgeving: Franse Bulldogs hebben aan korte wandelingen meerdere keren per dag genoeg. daarnaast hebben ze aan hardlopen of lange fietstochten niets want, ze raken snel oververhit of uitgeput.

Samenleving: De Franse Bulldogs doen het erg goed in een stadse omgeving en kunnen prima samenleven met kinderen en andere huisdieren zolang er rustig mee wordt omgegaan. 

Natuurlijke gedragingen: De Franse Bulldog is geen ras dat gefokt is voor werk, maar vertoont wel.

Typische gedragingen:

-Sociaal & Mensgericht: Zoekt veel contact en wil graag bij de eigenaar zijn.

-Speels: Korte speelsessies, houdt van trekspeeltjes.

-Snuffelen: Matige maar aanwezige behoefte aan snuffelen en ontdekken.

Hoe speel je daarop in met verrijkingsmateriaal? 

-Snuffelmatten/ voerpuzzel: Lage intensiteit, goed voor mentale uitdaging.

-Zachte tot medium kauwmateriaal: Zoals kauwwortel, runderkophuid: maar niet te hard.

-Trekspellentjes met zachte materialen: past bij hun speelgedrag.

Klimaat & verzorging: Vanwege de Brachycephale bouw (korte snuit) moet je extra opletten:

-Hitte gevaar: Ze kunnen slecht tegen warmte: altijd vermijden >20-23°C.

-Lage inspanningstolerantie: Korte wandelingen, veel rust.

-Luchtvochtigheid: Hoge vochtigheid maakt ademen zwaarder. 

-Kou: Gaat beter dan warmte, maar korte vacht soms jasje nodig bij vrieskou.

 

Rijtjeshuis met tuin

Huisvesting van de Labrador Retriever: 

Woning: Labrador Retrievers hebben het liefst een ruimer huis (b.v. rijtjeshuis met tuin). Ze kunnen zich goed aanpassen maar hebben wel meer ruimte nodig dan de Franse Bulldog. 

Binnen omgeving: Labradors zijn gezelschapsdieren: ze willen bij het gezin zijn, niet geïsoleerd in een schuur of kennel. Daarnaast is een stevige hondenmand op een centrale plek erg ideaal. 

buitenomgeving:  Voor Labradors is een tuin een grote plus, ze houden ervan om te spelen, snuffelen en rondrennen. Ze hebben daarnaast een dagelijkse lange wandeling nodig en genoeg beweging (minstens 1-2 uur). Water in de buurt? Perfect! labradors zijn dol op zwemmen.

Samenleving: Labradors zijn sociaal, kindvriendelijk en makkelijk in de omgang. Ze kunnen goed samenleven met kinderen en andere huisdieren en omdat ze zo slim zijn, is mentale uitdagingen ook belangrijk (training, zoekspelletjes en apporteerwerk).

Natuurlijke gedragingen: De Labrador is een jacht- en apporteerhond, gefokt voor samenwerken.

Typische gedragingen:

-Apporteren: Drang om dingen te dragen of terug te brengen.

-Snuffelen & zoeken: Sterke neus houdt van speuren.

-Hoge voedselmotivatie: Eet graag, zoekt naar eten.

Hoe speel je daarop in met verrijkingsmateriaal?

-Apporteerspeelgoed: Dummy's, tennisballen, retrieve games.

-Zoekopdrachten: Voer verstoppen, speurlijnen uitzetten.

-Voerpuzzel: perfect om ze voedselgemotiveerd zijn.

Klimaat & verzorging: 

-Goed in kou: dankzij dubbele vacht.

-Gevoelig voor warmte: 

Door de dikke ondervacht kunnen ze snel oververhit raken.

niet laten zwemmen in ijskoud water na zware inspanning (spierkrampen)

-Veel beweging nodig: Te weinig beweging: kans op overgewicht. 

Vrijstaand huis / boerderij

Huisvesting van de Duitse Herder: 

Woning: Duitse Herders hebben het liefst een ruim huis, bij voorkeur vrijstaand of met veel buitenruimte. ze passen minder goed in een klein appartement, tenzij de baas extreem actief is en de hond dagelijks veel beweging krijgt.

Binnen omgeving: Duitse Herders zijn erg gehecht aan hun baas en wonen graag in huis bij het gezin en niet continu buiten of in een kennel. Daarnaast moet er een stevige mand of bench komen waar hij/zij tot rust kan komen. 

Buitenomgeving: Voor Duitse Herders is een grote tuin of erf erg ideaal, zodat hij/zij zich vrij rond kan bewegen. Daarnaast hebben ze veel beweging nodig: 2 uur of meer per dag (wandelen, fietsen, trainen en of spelen). Duitse Herders zijn erg leergierig en hebben mentale uitdaging nodig: gehoorzaamheid, speurwerk, behendigheid of bewakingstaken.

Samenleving: Duitse Herders zijn erg loyaal, slim en beschermend en kunnen daarom ook goed met kinderen en andere dieren in de samenleving zolang ze goed gesocialiseerd zijn. daarnaast zijn ze ook waaks, dus vaak uitstekende erf- en gezinshonden. 

Natuurlijke gedragingen: De Duitse Herder is een werkhond met een hoge intelligentie en intensiteit.

Typische gedragingen:

-Sterk waak- en beschermgedrag.

-Behoefte aan mentale uitdaging: Probleemoplossend vermogen is hoog.

-Speurinstinct: Uitstekende neus wordt veel gebruikt in detectiewerk.

Hoe speel je daarop in met verrijkingsmateriaal? 

-Complexe puzzels: Moeilijke niveaus voor mentale situaties.

-Speur en tracking: gebruik van geursporen, detectiewerk.

-Trek en bijtrollen: Past bij hun drive en werkgevoel (altijd veilig en gecontroleerd) 

Klimaat & verzorging:

Dikke dubbele vacht: Goed bestand tegen kou.

Kunnen matig tegen warmte:

Ze raken snel oververhit bij zware inspanning.

Vooral langharige herders hebben warmtegevoeligheid.

-Mentale verrijking bij slecht weer is belangrijk: Hersenwerk, speuren binnenhuis, snuffelspeeltjes. 


De 5 Vrijheden van een hond:

 

1. Vrijheid van honger en dorst.

De hond moet altijd toegang hebben tot:

-Voldoende en passend voedsel.

-Schoon en vers drinkwater.

-Voeding die past bij leeftijd, ras, gezondheid en activiteit. 

2. Vrijheid van ongemak.

De hond heeft recht op een comfortabele leefomgeving zoals:

-Een veilige, schone en droge rustplek.

-Goede temperatuur & ventilatie.

-Bescherming tegen extreme hitte, kou en vocht.

3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte.

Dit betekend dat de eigenaar moet zorgen voor:

-Tijdige dierengeneeskunde zorg.

-Preventieve zorg (vaccinaties, ontworming, vlooien/teken).

-Vermijden van situaties die pijn of letsel veroorzaken.

4. Vrijheid om normaal gedrag te kunnen vertonen.

een hond moet de mogelijkheid hebben om:

-Te rennen, snuffelen, spelen en sociaal contact te hebben.

-Mentale uitdaging te krijgen (verrijking)

-Voldoende beweging te krijgen.

-Zijn natuurlijke rasgedrag te uiten.

5. Vrijheid van angst en stress.

De omgeving moet veilig en voorspelbaar zijn:

-Geen constante stressprikkels.

-Rustige slaapplek.

-Positieve training (geen harde straffen)

-Duidelijke routine en begeleiding door de eigenaar.

Hygiënemaatregelen bij de hond: 

 

1. Hygiëne in de omgang met de hond:

Om besmettingen, ziektes en ongevallen te voorkomen:

-Handen wassen voor en na contact met de hond.

-Geen gezicht likken toestaan (in verband met bacteriën)

-wonden op de huid altijd afdekken tijdens contact,

2. Hygiënemaatregelen rondom voeding:

Goede hygiëne voorkomt maag-darmklachten en besmettingen (zoals salmonella of E. colli).

-Handen wassen voor en na het klaarmaken van voer.

-Snijplanken, messen en voerbakken dagelijks schoonmaken.

-Rauwe vleesvoeding (KVV/BARF) gescheiden bewaren van menselijke voeding.

-Bewaren volgens voorschriften.

3. Hygiënemaatregelen bij verzorging.

Goede verzorging is belangrijk voor welzijn en gezondheid.

Vacht:

-Regelmatig borstelen

-borstels en kammen regelmatig reinigen.

Oren:

-Oren wekelijks controleren op vuil

-Alleen speciale oor reinigers gebruiken.

Gebit: 

-Tanden dagelijks of om de dag poetsen met hondentandenpasta.

-kauwmateriaal gebruiken dat veilig en niet te hard is.

Huid & Nagels:

-Honden niet te vaak wassen: alleen bij echte noodzaak of volgens ras-advies.

-Nagels regelmatig controleren en knippen indien mogelijk.

-parasietenbestrijding: vlooien, teken en wormen op schema behandelen.

4. Hygiënemaatregelen bij huisvesting:

Een schone, veilige en comfortabele leefomgeving bevordert gezondheid en welzijn.

Binnenhuisvesting:

-Mand, kleed of bench minimaal 1x per week wassen

-Vloeren regelmatig stofzuigen en dweilen

-Voerplek schoon houden, geen etensresten laten liggen.

Buitenhuisvesting (indien van toepassing):

-Kennels dagelijks uitmesten

-Bodem goed laten drogen om parasieten te beperken.

-schoon drinkwater en beschutting tegen zon, wind en regen.

Algemene puntjes:

-Goede ventilatie voorkomt schimmel en nare geuren.

-Temperatuur bewaken:

-Geen hitte: ventilatie, schaduw en nooit in auto.

-Geen extreme kou: zonder beschutting of jasje.

Checklist huisvesting: